Het recept komt uit een beduimeld Duits bakboekje van Dr. Oetker, waarvan de fabrikant zelfs niet kan achterhalen hoe oud het is! Én het smaakt niet naar gebakken eieren!
Ingrediënten kersttulband
300gr boter of margarine
350 gr. zelfrijzend bakmeel
250 gr. suiker
1 zakje vanillesuiker
3 eieren
10-12 druppels citroen aroma
1 mespuntje zout
ca. 6 eetlepels melk
125 gr. krenten
125 gr rozijnen
50 gr. sucade
Ik gebruik zelf nog in blokjes gesneden abrikozen en gesnipperde amandel erbij.
Maar het deeg moet niet te zwaar worden – anders komt ‘t niet goed uit de vorm -dus ik houd het totaal gewicht van vulling op 300 gram en speel alleen met de samenstelling.
Men roert de boter of margarine tot room en voegt lepel voor lepel de suiker met de vanillesuiker toe.
Daarna 1 voor 1 de eieren, het aroma en het zout.
Het gezeefde bakmeel wordt er bij hoeveelheden van 3 eetlepels tegelijk afwisselend met de benodigde melk doorheen geroerd.
Men gebruikt slechts zoveel melk, tot het deeg traag van de lepel valt.
Tenslotte moeten de gewassen en goed uitgelekte krenten en rozijnen, alsmede de gesnipperde sucade door de deegmassa geschept worden. (Plus eventueel andere vulling)
Men doet het deeg in een ingevette en bestoven tulbandvorm.
Het rooster met de tulbandvorm onder in de oven schuiven.
Elektrische ovens:
voorverwarmen: ca 10 minuten op 170 graden
bakken: 80 minuten op 170 graden
De laatste jaren maak ik ‘m af met dikke glazuur, die ik lekker lobbig er overheen schenk en dan laat stollen. Ziet er zo lekker nonchalant “Nigella” uit!
Met Pasen druppel ik er lichtgele kleurstof in en leg er halve choco-eitjes op. Met kerst houd ik ‘t glazuur wit en garneer met blaadjes hulst en zilveren/ groene en rode pilletjes etc. etc.