Longkanker komt vooral voor bij mensen boven de 60 jaar en vormt daarmee een belangrijk gezondheidsrisico voor ouderen. Leeftijd speelt dus een grote rol bij longkanker, waarbij de meeste diagnoses worden gesteld bij mensen tussen de 55 en 80 jaar.
Leeftijd en longkanker: wanneer neemt het risico toe?
Longkanker is een van de meest voorkomende én dodelijkste vormen van kanker in Nederland. In 2023 kregen ongeveer 14.800 mensen de diagnose longkanker. Daarvan waren 7.600 mannen en 7.200 vrouwen. De ziekte treft vooral mensen op hogere leeftijd. Bij mannen komt longkanker het meest voor tussen de 65 en 80 jaar, terwijl het bij vrouwen vooral voorkomt tussen de 55 en 80 jaar. Het risico neemt dus duidelijk toe met het ouder worden.
Toch begint zich een interessante verschuiving af te tekenen. Bij vrouwen jonger dan 60 jaar wordt namelijk sinds 2012 een lichte daling in het aantal gevallen van longkanker waargenomen. Bij de groep van 55 tot 59 jaar ging het specifiek om een afname van 116 naar 112 diagnoses per 100.000 vrouwen per jaar. Deze daling wordt vermoedelijk veroorzaakt door veranderend rookgedrag onder vrouwen, vooral bij jongere generaties.
Roken als voornaamste risicofactor
De sterke koppeling tussen leeftijd en longkanker is grotendeels te verklaren door de invloed van langdurige blootstelling aan risicofactoren zoals roken. Roken blijft zonder twijfel de belangrijkste oorzaak van longkanker. Meer dan 80% van alle longkankergevallen kan rechtstreeks worden toegeschreven aan tabaksgebruik. Rokers lopen zelfs een 20 keer zo hoog risico op longkanker dan niet-rokers. Bij langdurig roken kunnen schadelijke stoffen, zoals teer en koolmonoxide, de luchtwegen en longcellen beschadigen. Op lange termijn vergroot dit de kans op kwaadaardige celgroei in het longweefsel drastisch.
Niet alleen actief roken heeft invloed; ook passief roken blijkt schadelijk. Personen die regelmatig in contact komen met tabaksrook, bijvoorbeeld in huiselijke of werkomgevingen, lopen een 30% verhoogd risico om zelf longkanker te ontwikkelen. Dit bewijst dat ook mensen die zelf niet roken, maar wel worden blootgesteld aan rook, een verhoogd gezondheidsrisico lopen.
Andere risicofactoren buiten roken
Hoewel roken de meest in het oog springende risicofactor is, spelen ook andere externe invloeden een rol in de ontwikkeling van longkanker. Een belangrijke daarvan is radon, een radioactief gas dat van nature in de bodem voorkomt. Radon kan via scheuren of kieren in gebouwen binnendringen, waardoor bewoners langdurig aan het gas kunnen worden blootgesteld. In Nederland is radon na roken de op één na grootste oorzaak van longkanker. Zo’n 7% van de longkankergevallen wordt op deze manier veroorzaakt.
Andere omgevingsfactoren die het risico verhogen zijn:
- Asbest: veel gebruikt in de bouw tot in de jaren ’80. Inademing van asbestvezels kan, vaak pas decennia later, leiden tot longkanker of mesothelioom.
- Luchtverontreiniging: vooral fijnstof afkomstig van verkeer, industrie en houtstook verhoogt het risico op longziekten, waaronder longkanker.
Overlevingskansen en behandeling verbeteren langzaam
Hoewel de overlevingskansen bij longkanker over het algemeen laag zijn, zijn er de laatste jaren duidelijke verbeteringen zichtbaar. De vijfjaarsoverleving — het percentage patiënten dat vijf jaar na diagnose nog leeft — is toegenomen. Bij vrouwen is de overleving gestegen van 12% naar 28%, en bij mannen van 12% naar 22%. Deze stijging wordt grotendeels toegeschreven aan de medische vooruitgang in de vorm van immunotherapie en doelgerichte therapieën. Deze behandelingen zijn gericht op specifieke kenmerken van de tumor of het afweersysteem van de patiënt, wat de effectiviteit vergroot en bijwerkingen kan beperken.
Toch blijft longkanker in veel gevallen laat ontdekt worden, wat de kans op genezing bemoeilijkt. Vroege symptomen zoals hoesten, benauwdheid of pijn op de borst worden vaak niet direct herkend. Omdat de ziekte in een vroeg stadium vaak weinig tot geen klachten geeft, is tijdige opsporing lastig. Hierdoor wordt longkanker vaak pas in een gevorderd stadium gediagnosticeerd.
Verschillen tussen mannen en vrouwen
In het verleden kwam longkanker vaker voor bij mannen dan bij vrouwen, grotendeels als gevolg van verschillen in rookgedrag. Mannen begonnen doorgaans eerder en rookten meer sigaretten. De afgelopen decennia is dit verschil echter afgenomen. Het aantal mannen dat rookt is afgenomen, terwijl het percentage rokende vrouwen tot voor kort nog bleef stijgen. Hierdoor is het aantal vrouwen met longkanker bijna gelijk geworden aan dat van mannen.
Zoals eerder genoemd, wordt nu echter een keerpunt bereikt. Onder vrouwen jonger dan 60 jaar is sinds 2012 een daling in het aantal longkankerdiagnoses zichtbaar. Deze daling is positief en lijkt het resultaat te zijn van langdurige inzet op preventie en campagnes tegen roken, met name gericht op jongeren en vrouwen.
Wat jij kunt betekenen
De feiten zijn helder: longkanker treft vooral mensen vanaf 60 jaar en wordt in veruit de meeste gevallen veroorzaakt door roken. Maar daar staat tegenover dat longkanker grotendeels te voorkomen is. Niet beginnen met roken, of — als je rookt — stoppen, is zonder twijfel de meest effectieve maatregel die je kunt nemen om jouw risico te verlagen. Daarnaast helpt het om bewust te zijn van je woonomgeving, zoals ventilatie van ruimtes en mogelijke blootstelling aan radon of asbest.
Wat zou jij doen om je longen gezond te houden? Rook jij, of heb je ooit overwogen te stoppen? En wat vind jij van de daling in longkanker bij vrouwen onder de 60? Laat het weten in de reacties.